Lexicon van het snoeiwerk.

Wanneer je je in deze materie wilt verdiepen en je begint allerlei Franse teksten te lezen dan duizelt het je van de termen die niet in een gewoon woordenboek voorkomen. Vandaar een kleine opsomming:

  • Aisselle, oksel (van blad)
  • Aste, synoniem voor brancare: legger
  • Baguette, synoniem voor brancare: legger
  • Bourgeon: knop
  • Brancare
  • Charpente, synoniem voor brancare: legger
  • Débourement; synoniem: ebourgéonnage, zie ébougeonner.
  • Ébourgeonner (eng.: to disbud): knoppen verwijderen
  • Latte, synoniem voor brancare: legger
  • Courson (ook: coursonne en courçon) kortere uitloper van de stam
  • Cot, synoniem voor courson, zie daar
  • Gourmand: rameau qui pousse sur le tronc de la souche, à éliminer.
  • Mar, synoniem voor brancare: legger
  • Pied, stam van de wijnplant
  • Pouce (ook: pousse): knop
  • Souche: stronk, tronk (wijnstok, deel waaruit de leggers ontspringen)
  • Taille: snoei
  • Tige: steel, stengel, stam
  • Vrille: hechtrankje
  • Yeux: knoppen (yeux is mv. van oeil)

 

Enkele Nederlandse termen:

  • Dieven: scheutjes die uit de oksels van bladeren ontstaan en die je moet verwijderen
  • Druivelaar: wijnplant
  • Innijpen: in scheutstengel knijpen om bladeren te verwijderen
  • Okselscheuten: dieven